Het Nederlands elftal hervat vrijdagavond de kwalificatiecampagne voor het WK volgend jaar in Brazilië. In de Amsterdam ArenA is het nietige Estland de tegenstander. Enkele dagen later ontvangt de ploeg van Van Gaal in hetzelfde stadion Roemenië. Tot dusver verwierf Oranje de volle 12 punten uit 4 duels. Staan we er daadwerkelijk zo rooskleurig voor?
De selectie kent maar liefst twaalf wijzigingen ten opzichte van de selectie die vorig jaar op het EK in Polen en Oekraïne acte de présence gaf. Van de sterkhouders van dat elftal is alleen Mark van Bommel niet meer van de partij. Arjen Robben is daarentegen sinds lange tijd weer fit, terwijl Wesley Sneijder bij zijn nieuwe club Galatasaray weer aan spelen toekomt. Zij zijn beiden weer opgeroepen, net als absolute sterspeler Robin van Persie. Feyenoord-jonkie Vilhena (18) mag voor de eerste keer bij het keurkorps van Van Gaal aansluiten.
De basisopstelling is drastisch gewijzigd. Slechts Stekelenburg, Heitinga, Sneijder, Robben en Van Persie lijken in negen maanden tijd – met moeite – hun basisplaats te hebben behouden. Wegens vormverlies kreeg het kwintet, Van Persie uitgezonderd, van Van Gaal geen garantie op een basisplaats. Sterker nog, bij elkaar speelden zij niet eens de helft van de wedstrijden. De grootste verandering zit hem echter in het aantal spelers dat in Nederland actief is. In 2012 waren dat er slechts drie. In een klein jaar tijd heeft Van Gaal dat aantal opgeschroefd naar zeven. Liefst vijf van die zeven spelers dragen in clubverband het Feyenoord-shirt.
De potentie lijkt aanwezig te zijn. De ster van Janmaat, De Vrij, Martins Indi, Clasie en Strootman is immers rijzende. Daarnaast ziet het er naar uit Stekelenburg, Heitinga, Sneijder en Robben hun oude niveau weer oppikken, terwijl Van Persie in Engeland het gehele seizoen al in een blakende vorm verkeert. Gecombineerd met het feit dat potentiële basisspelers Afellay en Narsingh nog met blessures kampen, kan er geconcludeerd worden dat Van Gaal het Nederlands elftal voetbaltechnisch, maar zeker ook moreel op de rails heeft gekregen na het desastreus verlopen EK. De gemiddelde leeftijd is ten opzichte van het moyenne van dat toernooi fors teruggebracht van 27,1 naar 23,3 jaar, wat impliceert dat de meeste spelers nog lang niet op de top van hun kunnen spelen. Ook kloppen er steeds meer jonge talenten, zoals Vilhena, Van Ginkel en Maher aan de deur. Als de huidige generatie spelers hun vorm weet te behouden en zich naar een hoger niveau kan stuwen, kan de Nederlandse bevolking het WK van volgend jaar in Brazilië hoopvol tegemoet zien. Zover is het echter nog niet. Definitieve plaatsing dient eerst afgedwongen te worden, te beginnen met de wedstrijden tegen Estland en Roemenië. Van Gaal heeft er voor gezorgd dat er een vernieuwd en verfrissend Nederlands Elftal staat. Een elftal dat de vaderlandse voetbalharten weer sneller laat kloppen, en dat is het belangrijkste: het geloof is terug.